Velzen2

Het Vervolg   1

 

 In de jaren voordat ik naar Ravensbos ging kreeg ik een ouderwetse katholieke opvoeding, werd misdienaar, bad novenen en voelde me verbonden met Jezus. Maar ik kreeg ook te maken met de menselijke onmacht om iets van het leven te maken. Ruzies en huilbuien, harde muziek en dagen van zwijgen en een vader die zijn troost zocht met mijn lichaam. Ik was zijn lievelingskind. Mijn vader kwam uit een orthodox katholiek nest waar weinig ruimte was voor afwijkingen. Hij ging met verkeerde vrienden om, zei mijn oom, hij was een charmante man met wie het altijd gezellig was. Mijn vader had een kind verwekt bij een tante die bij ons na de oorlog had ingewoond, enz. Hij kon zijn handen niet thuis houden, zei mijn moeder. En de huisarts vroeg hoelang het nog duurde voordat ze doorhad wat er aan het gebeuren was. 

 

  Ik keek gefascineerd naar de foto's van de watersnoodramp , naar foto's van Nagasaki en Hiroshima en las geboeid het stripverhaal over het leven van Don Bosco die in Italie de eerste ambachtscholen heeft opgericht met uiteraard het doel de werkloze jongens een opleiding te geven. Ik wist het zeker: al dat gedoe, gezeik, de pijn, achtervolgd worden door mijn klasgenoten: het moest ergens voor zijn.

De Russische inval in Hongarije, de mensen op de tanks in de straten van Budapest, de watersnoodramp in Zeeland in 1953. Het bleef allemaal op mijn netvlies staan.Het moest ergens toe dienen. In mijn kinderlijke belevingswereld was het een opdracht: priester worden, de wereld in gaan: mensen steunen die hun lot in eigen handen nemen en oplossingen zoeken. Het geloof verspreiden, leek mij niet de juiste oplossing. Ze hadden al een geloof.

 

  Ik was iets vergeten. Ik kon mensen, leeftijdgenoten, niet veranderen. Ik kon alleen luisteren, vragen stellen, mogelijke oplossingen aanreiken. De rest moesten ze zelf doen en als ze een oplossing hadden gevonden waar ze zeer tevreden over waren, was dat oke. Het was overigens niet de bedoeling om iets over mijzelf te vertellen. Zouden we niet doen.

Ik wilde naar de Inuit/ Meti in Noord Canada. Om ze te leren kennen, mee te helpen, dingen doen waar mensen tevreden over konden zijn, verder komen. Eigen talenten ontwikkelen. Een religieuze overtuiging dient de gemeenschap te inspireren en vooruit te helpen. Zoals bij de Massai. Ik zou versterken, niet wijzigen,ik zou zoeken naar de leiders en stille leiders, ik zou er naast staan en niet ervoor.

 

Dit weten is mijn DNA. Ik kon er lang geen woorden voor vinden. Ik kon niet bij de Oblaten blijven, absoluut geen belofte van gehoorzaamheid doen. De controle over mijn leven uit handen geven was onmogelijk.

 

Het werd Amsterdam, het werd de KWJ: demonstreren voor het jeugdloon, voor beroepsonderwijs, het leerlingstelsel. We organiseerden weekends en nodigden vakbondsmensen uit, politici.

We noemden het kadertraining. We steunden de Hoogovenstaking en we stonden aan de poorten van de ADM en NDSM.

We organiseerden trainingen voor toendertijd de jongerencommissies, onderdeel van de ondernemingsraad.We hadden lol.

 

We deden mee aan demonstraties tegen de door Amerika gesteunde omverwerping van de legitieme regering van Allende, de moord op Allende en meer dan  drieduizend chilenen.We leerden de econoom Friedman kennen die met zijn  NeoLiberale visie  de weg heeft voorbereid voor de verrijking van enkelen en diepe armoede voor de chilenen tot de dag van vandaag. We leerden Kissinger kennen als de spindokter van de amerikaanse agressie tegen elke vorm van sociaal democratie. Verantwoordelijk voor moordpartijen in Argentinie, El Salvador, Nicaraqua, Indonesie en de oorlog in Vietnam.

De groep door de oblaten naar Chili gesteurde studenten om pastoraal werk te doen, werden in Santiago opgepakt, naar het stadion vervoerd en na een lange slopende wachttijd op het vliegtuig naar nederland gestuurd.

 

De woningnood was groot en veel leegstaande gebouwen werden gekraakt en bewoond als de krakers  door de eigenaar werden gedoogd of ze werden er domweg met politiegeweld uitgegooid.

Met een groep vrienden heb ik drie jaar gewoond in een kraakpand

in de Rozemarijnsteeg, vlakbij de dam. Hier werd gesproken over de apartheid in Zuid Afrika, de rol van Mugabe in Zimbabe, de bevrijdingsstrijd in Angola, Mozambique en Oost Timor.

 

Ik haalde een diploma op de driebergse sociale akademie: Kosmopolitiek Veldwerker. Het diploma dat na ons niet meer te halen viel, helaas.

 

In de nieuwe wet op de ondernemingsraden werd het recht op scholing vastgesteld, verdwenen de jongerencommissies. Veel jongeren die ik had leren kennen, stelden zich kandidaad voor de ondernemingsraad. Ik ging werken bij het Kritisch Gesprekscentrum Amsterdamen. Deze club, als erkend instituut, organiseerde opleidingsprogramma's voor de ondernemingsraden. Ik ging langs bij de bedrijven, dronk koffie, besprak de mogelijkheden en wensen en bouwde geleidelijk een netwerk op van mensen die ik daarna jaren heb gevolgd.

 

Buitenlandse reizen:

een fact-finding missie van een maand op de Fillipijnen en Mindanao, een reis naar de Massai in Ilkerin en rondreis door Kenya, een tour door Amerika en regelmatige bezoeken naar New Zealand omdat een deel van mijn familie was geemigreerd.